Historie
De molen is in 1884 opdracht van Marcellus van den Eijnden uit Dommelen gebouwd door Antonius van Himbergen uit Woensel (Eindhoven). Het werd een andere molen dan voorzien: de bedoeling was een stellingmolen, maar tijdens de bouw stortte de op dat moment ruim 15 meter hoge romp in; daarbij kwam een metselaar om het leven. Deze ramp voltrok zich op 17 oktober 1883. Vervolgens werd besloten, een iets lagere molen te bouwen; dit werd de huidige ronde stenen beltmolen.
In 1887 verleende de gemeente vergunning om de molen geschikt te maken voor het olieslaan. Van den Eijnden kocht daartoe bij zijn Heezer collega Van Asten twee slagheien met toebehoren en een tweetal kantstenen uit diens oliemolen aan de Leenderweg (St. Victor). Het oliewerk bevond zich op de begane grond van de molen en was tot 1930 in gebruik, waarna het werd uitgesloopt. Inmiddels was in 1898 Hendricus Merks, afkomstig uit Boxtel, eigenaar van de molen geworden. Later ging de molen over naar zijn zoon Arnoldus Martinus.
Na 1945 verhuisde het Engels kruiwerk van de door oorlogsgeweld onherstelbaar beschadigde molen op het Hoogeind te St. Oedenrode naar Nuenen.
In 1959 kwam De Roosdonck buiten bedrijf en trad zwaar verval in.
Om de molen te kunnen behouden, kocht de gemeente Nuenen de molen in 1970. Eerst werd de ingestorte inrijpoort hersteld; daarna werd de molen zelf onder handen genomen. In 1971 werd de molen feestelijk geopend en regelmatig in bedrijf gesteld door Noud Merks, vader van de huidige eigenaar Hennie Merks.
In 1995 was weer behoefte aan herstel: de gehele staart, dakbedekking en al het houtwerk van het gevlucht werden vervangen. Tevens werd de kap, als eerste in de omgeving, voorzien van een dakgoot om de problemen van vochtdoorslag op de stenen romp tegen te gaan.
De molen is in 1995 weer overgegaan in particuliere handen. Hennie Merks is de eigenaar en de Stichting "Vrienden van De Roosdonck" werd opgericht om - middels verschillende sponsoren - de nodige gelden bijeen te brengen die gebruikt worden voor het onderhoud van de molen.
Vanaf midden jaren '80 is Piet Berkers vrijwillig molenaar geweest op De Roosdonck'. Door zijn grote technische kennis heeft hij veel betekend voor 'zijn' molen (en vele andere molens). Helaas overleed hij in januari 2003 op 60-jarige leeftijd.
Vóór 1971 was de molen uitgerust met te korte tweede- (of meerdehands) Pannevis-roeden, die met houten stukken waren verlengd; in 1971 kwamen er gelaste stalen roeden van grotere lengte. Oud-molenaar Noud Merks voorspelde problemen en die kwamen er ook: bij het proefdraaien dompte het gevlucht en sloeg tegen de romp. De bovenas bleek te licht en is sindsdien met ijzeren platen verzwaard. De Pannevis-roeden werden verkocht aan de toenmalige eigenaar van de molen aan de Boschdijk te Acht (Eindhoven), die ze echter niet daar liet steken, maar doorverkocht naar Baexem (Lb.). Daar dienden zij de standerdmolen "Aurora" nog vele jaren.
In het voorjaar van 2004 werd de molen geschilderd in een oude sobere kleurstelling zoals de molen er ooit uit heeft gezien. De witte banden, die zo kenmerkend waren voor deze molen, zijn bij de grote restauratie van '95-'96 weggelaten i.v.m. de extra onderhoudkosten die deze met zich meebrengen omdat ze snel verweren.
Over de naam
Sinds de restauratie van 1971 heet de molen "De Roosdonck". Daarvoor sprak men wel van 'de molen van Merks'.